Mijn nieuwe weekschema zat verdomd goed in elkaar, concludeerde ik tevreden. Eind februari was het, de lockdown was nog volop gaande maar de kinderopvang mocht godzijdank weer open.
De peuter drie dagen naar de opvang, ik drie dagen om te werken, dat was het nieuwe plan. Tijd genoeg om veel te doen én tijd genoeg om uit te rusten. Bovendien, de peuter slaapt als een koala onder een warm dekentje, dus met die uren erbij kwam ik wel aan vier dagen werken per week.
Dat ging lukken. Makkelijk.
Sterker nog, dit nieuwe schema zat helemaal perfect in elkaar. Het paste bij mij, het paste bij de peuter, ideaal.
Twee maanden later
Half april. De peuter kijkt door elke brievenbus, somt de kleuren van alle fietsen op en wil ook nog kijken bij de graafmachine die om de hoek van de opvang een enorm gat aan het graven is.
“Schiet nu oh-op”, probeer ik.
Om kwart over negen kom ik thuis. Ik werp een blik op de laptop rechts en stap dan naar links, naar de bank. Héél even liggen.
Om kwart voor elf schrik ik wakker. Fuck. Nou ja, besluit ik, de ochtend is toch al nagenoeg voorbij, dan kan ik net zo goed blijven liggen tot de lunch.
Kortom, het werkte niet
Dat weekschema waar ik zo blij mee was? Mijn voornemen om drie dagen voluit fanatiek te werken om vervolgens vier dagen heerlijk uit te rusten?
Nou. Mooi idee hoor. Prachtig idee.
Maar het pakte in de praktijk héél anders uit dan ik had verwacht.
Ik was moe. Heel moe. De dagen dat ik wilde werken, bracht ik geregeld slapend door. Het werk dat zo bleef liggen, probeerde ik ’s avonds in te halen. Soms lukte dat, en dan was ik daarna nog extra moe. En soms lukte het niet, en dan voelde ik me schuldig.
En die vier fijne dagen die ik heerlijk met mijn zoontje door kon brengen?
Nou, ik zat maar te scrollen op Instagram terwijl hij naar Bing keek. Of naar Blippi. Of naar Vlad and Niki, het YouTube-kanaal van twee kinderen uit Dubai die somehow 67,2 miljoen abonnees hebben verzameld. En dan voelde ik me dáár weer schuldig over.
En dan het goede nieuws
Het mooie is, door het versneld aflossen van mijn studieschuld leerde ik wat ik in zo’n geval kan doen. Want ook dat versneld aflossen verliep lang niet altijd vlekkeloos. En ook bij het bezuinigen kon ik soms vooraf helemáál niet inschatten hoe ik iets zou vinden. (De allerallergoedkoopste pindakaas blijkt prima te zijn, wie had dat gedacht?)
Anyway, wat goed bleek te werken is dit:
- Bedenk een plan dat goed voelt
- Pas het snel toe
- Analyseer na een tijdje hoe het gaat
- Stop met oordelen, bekijk jezelf met een nieuwsgierige blik
- Pas het plan waar nodig aan
- Repeat
Jep, een mooi advies — dat ik dus zelf volledig negeerde
Tenminste, uiteindelijk paste ik m’n studieschuld-strategie ook op mijn weekschema toe. Maar die snelheid die handig is? Nou, nee. Maar liefst twee maanden lang lag ik te slapen op de bank.
(Sure, ik overdrijf. Maar niet veel.)
Half april was ik het zat. Ik concludeerde dat mijn nieuwe werkschema in de praktijk waardeloos was. En ik concludeerde dat al die schuldgevoelens me al helemaal niet verder hielpen. In de prullenbak ermee.
En nu?
Nou, nu heb ik een nieuw werkschema bedacht.
De peuter gaat vanaf nu nog maar twee hele dagen naar de opvang en verder elke ochtend. Zo kan ik steeds werken in die eerste uren van de dag waarop ik nog energiek ben, en dan heb ik de middag voor de peuter en de avond voor mezelf.
En dit nieuwe schema zit verdomd goed in elkaar, concludeer ik tevreden.
Dit gaat lukken. Makkelijk.