Borstvoeding is gratis, dacht ik toen ik zwanger was en een plan maakte om 30.000 euro aan studieschuld in twee jaar af te lossen. Dat scheelt alvast.
Boy, was I wrong.
Borstvoeding is niet gratis
Het geven van de borst is allesbehalve gratis, leerde ik. Zonder de hulp van lactatiekundige Geerte van den Broek (kies haar, ze is zo fijn) had ik het nooit gered. Bovendien had ik een kolfapparaat nodig, en een hele zooi aan flesjes.
Hoeveel dat alles me precies kostte, heb ik maar niet uitgerekend. Honderden euro’s, dat sowieso.
Kortom: daar had ik heel wat kunstvoeding van kunnen kopen. (En dan heb ik het nog niet eens over de vele uren die het geven van borstvoeding kost. Uren die natuurlijk ook een waarde hebben, zoals Loes Reijmer mooi beschreef in de Volkskrant.)
En toch heb ik er geen spijt van. Lees maar.
De eerste nacht in het ziekenhuis
De eerste verpleegkundige in het ziekenhuis zegt dat het goed gaat.
De tweede, zondagnacht, roept dat het zo helemaal niet goed komt, vliegt de deur uit, en keert terug met een tepelhoedje.
De derde, op maandagochtend, is lief en geduldig. Ik word rustig van haar. Maar drinken doet m’n zoontje niet.
Gelukkig is hij nog niet zo veel afgevallen, zegt de kraamverzorgende dinsdag. Meer dan 10 procent van z’n geboortegewicht mag hij eigenlijk niet verliezen, vandaar.
Nacht drie. M’n zoontje geeft niet op. Uren blijft hij het proberen. Hij zuigt en zuigt. Geen druppel.
Ruimschoots onder de drie kilo
Woensdagochtend ligt hij opnieuw op de weegschaal. Min 11 procent, ruimschoots onder de drie kilo.
Daar zit ik, met mijn jochie in m’n armen. Alle adviezen spoken door m’n hoofd. Iedereen zegt iets anders. En niks werkt.
We gaan Geerte bellen, zeg ik. Het kost me moeite om niet te huilen.
Geerte kan, dezelfde dag. Sterker nog: ze verzet een afspraak en staat na anderhalf uur voor de deur. Met begrip. Met tips. Met een kolfapparaat.
Rust en zelfvertrouwen, dat geeft ze me. En oef, wat kan ik dat goed gebruiken.
Met geluk steeds een uurtje slapen
Makkelijk is het dan nog steeds niet. De eerste acht weken met mijn zoontje wissel ik mislukte pogingen met het tepelhoedje gefrustreerd af met kolven. Ook ‘s nachts. Flesje geven, kolven, alles schoonmaken, met geluk een uurtje slapen en repeat.
Die eerste weken app ik vrijwel dagelijks met Geerte. Over dat het pijn doet. Over dat m’n tepels na het voeden wit zijn. Over dat ik zo heel, heel moe ben. Rust en zelfvertrouwen, dat blijft ze me geven. Iedere keer.
Mijn zoon drinkt, en hoe!
En dan, na een maand of drie, gaat alles vanzelf. Het tepelhoedje is niet meer nodig. Het kolfapparaat belandt onderin een kast. M’n zoon drinkt, en hoe! Steeds sneller, steeds gemakkelijker.
Bijna zes maanden is hij nu. Het zijn m’n favoriete momenten van de dag, dat ik fijn met ‘m ga zitten en ‘m de borst geef. Zo heerlijk rustig en intiem. En ‘s nachts? Ach, ik op m’n zij, hij op z’n zij, en terwijl hij drinkt, val ik al half weer in slaap.
Wat ben ik blij dat ik heb volgehouden. En wat ik blij dat ik Geerte die woensdagochtend heb gebeld. Zonder haar was het me nooit gelukt.
***
Heb je ook vragen over borstvoeding? Na dagen (en nachten) zoeken op internet weet ik precies wat de fijnste website is: KellyMom.
Disclaimer: ik ben geen uitgesproken voorstander van borstvoeding. Ik vind dat vrouwen prima zelf kunnen beslissen wat het beste is voor hun gezin. Moeders krijgen aldoor kritiek, of het nu is omdat ze te kort de borst geven of juist omdat ze er te lang mee doorgaan. Allemaal bullshit, laten we daar vooral mee ophouden.