Ouder worden is verrassend fijn. Dat roep ik al jaren, en ook nu ik veertig jaar ben geworden, vind ik dat nog steeds.
En ik ga je in dit verhaal vertellen waarom dat is.
Let’s go.
Een mijlpaal wel, ja
Veertig jaar. Raar idee. De kans dat ik op de helft ben, begint toch wel te groeien. En toch hè, ergens voelt veertig jonger dan negenendertig. Ik was tot voor kort een oude dertiger. Nu ben ik een jonge veertiger. Het is allemaal relatief.
Maaike, wat doe je weer tegendraads, oud worden is toch gewoon niet leuk
Nou, kijk, er zijn ook nadelen. Dat weet ik natuurlijk wel. Een goede vriend van me is pas overleden. Tweeënzestig jaar was hij nog maar. Hij ging van nooit ziek naar heel ziek en vier paar maanden later was hij dood.
Dus ja, de naderende dood, daar noem je me iets. En aftakelen, dat zit er misschien ook aan te komen, uiteindelijk. Geen prettig vooruitzicht. Maar goed, wie weet duurt het nog heel lang voordat het zo ver is. En me er nu al zorgen over maken, helpt niks.
En, sure, ik ben een optimist
Als je geluk hebt, word je oud. Zo zie ik het. En wat levert het je op om van je leeftijd te balen? Niet veel, als je het mij vraagt. En dus zoek ik graag naar manieren om er iets positiefs van te maken. En die manieren zijn er zat, is mijn ervaring.
Datzelfde deed ik met m’n studieschuld. Tuurlijk, ik had wel een betere bestemming kunnen bedenken voor die 51.759 euro en 61 cent. Maar toch bleek het aflossen heus een paar voordelen te hebben. En daar focuste ik me op.
Veertig jaar, schuldenvrij en blut
Op mijn 39ste loste ik het allerlaatste beetje van mijn studieschuld af. En ik deed nog iets: ik stopte met mijn vaste baan als journalist. Ik nam ontslag en koos voor een bestaan als ondernemer. Sindsdien ben ik fulltime blogger en maak ik trainingen.
Best een grote verandering. Een omslag. Een soort nulpunt, eigenlijk. Ik ben schuldenvrij, en dat voelt heerlijk. En tegelijkertijd ben ik blut. Of, nou ja, nagenoeg blut. Geen koophuis. Geen vermogen. Een fris en veelbelovend nieuw begin, dat is het.
Waarom ik ouder worden fijn vind
Goed, ouder worden dus, en waarom ik dat zo fijn vind. Ik zit nu ik veertig ben veel beter in mijn vel dan toen ik dertig was. En dat komt omdat ik veel minder last heb van allerlei verwachtingen. Verwachtingen van anderen én van mezelf.
Vroeger had ik aldoor het gevoel dat ik van alles moest. Een partner vinden. Een partner houden. Een huis kopen. Een baan vinden die aansluit bij m’n studie. Carrière maken. Doorgroeien. Een groter huis kopen.
Het hield nooit op.
Steeds als ik een doel bereikte, dook er een nieuw doel op.
En dan waren het ook nog eens doelen die ik helemaal zelf niet had gekozen. Ze waren er gewoon. En ik dacht jarenlang dat ik niet zo veel te kiezen had. Dat het logisch was dat ik al die dingen wilde, gewoon, omdat iedereen dat wil.
De regels zijn nep
Maar nee, dat is natuurlijk helemaal niet waar. Mensen willen van alles. En je kunt precies zelf kiezen wat je wilt. Of niet wilt. The rules are fake, zegt Annie Leroux, oftewel The LA Minimalist op Instagram.
Ze heeft gelijk. De regels zijn nep.
Een koophuis is prima. Een huurhuis ook. Trouwen is prima, een vrije relatie hebben is prima, vrijgezel zijn is prima (lees maar). Wel kinderen. Geen kinderen. Je baan opzeggen. In een boshuisje wonen. Veel verdienen. Weinig verdienen. Alles is goed.
Fuck al die verwachtingen.
En dat is zo mooi aan ouder worden. Hoe ouder ik word, hoe beter me dat in de praktijk ook echt lukt. Ik maak me nu véél minder druk dan tien jaar terug. En dat is heerlijk.
Een voorbeeldje: de carrièreladder
Jarenlang beklom ik in gedachten een carrièreladder. Ik begon als journalist onderaan, met tijdelijke contracten en veel kleine klusjes. Langzamerhand klom ik omhoog. Een vast contract. Steeds grotere verhalen. Meer vrijheid.
Ik vond dat belangrijk, dat ik steeds hoger kwam.
Niet per se vanwege het geld trouwens. Als ik rijk had willen worden, had ik beter ’n ander vak kunnen kiezen (en salarisverhoging krijgen was ook al niet m’n specialiteit). Nee, ik wilde eer en complimenten. M’n ego, daar ging het om.
Ontslag nemen vond ik daardoor best lastig
Ik werkte vroeger niet alleen als journalist, ik was het ook echt. Het vormde een belangrijk deel van mijn identiteit. En hoewel ik nog steeds veel schrijf, en ook af en toe nog wel ’n journalistieke klus doe, heb ik die identiteit van me afgegooid.
En door mijn vaste baan op te geven, zou ik flink dalen op de carrièreladder. Zo voelde het. Ik koos immers vrijwillig voor iets dat ik nog helemaal niet kon. Als ondernemer begon ik opnieuw, ik moest alles nog leren en uitvinden.
De werkelijkheid was veel mooier
Ondernemer zijn leek me zo tof dat ik die daling op die ladder voor lief nam. Dat had ik er wel voor over, besloot ik.
Maar wat blijkt?
Ik ben helemaal niet gedaald. Ik heb heel die ladder opgepakt en weggesmeten. Hij is er niet meer. Ik heb helemaal niet het gevoel dat ik lager sta dan eerst. Ik voel me vrij en lekker en ik geniet van dat ik precies kan doen wat ik wil.
Zie je, ouder worden is verrassend fijn
Tenminste, nu ik m’n woorden nog eens teruglees, realiseer ik me dat ik ook op jongere leeftijd had kunnen stoppen met me druk maken om al die verwachtingen. Dat probeerde ik destijds ook wel. Lukte niet goed. Ik had er meer tijd voor nodig. Mocht het jou nu wel al eerder lukken, ik juich je bij deze van harte toe.
Luistertip: podcast over dertig (en veertig) worden
Pas was ik te gast in een aflevering van Dertig Doen, een vrolijke podcast over hoe het is om dertig jaar te worden. Het resultaat is een gesprek tussen twee (bijna) dertigers en twee (bijna) veertigers. Luister maar, als je wilt.
Gefeliciteerd! ?
Hee Maaike, gefeliciteerd en helemaal mee eens: fuck die verwachtingen. Ik heb rond mijn 40ste de ommezwaai gemaakt naar ik wat ik toen en nog steeds écht belangrijk vond. Daar kan inderdaad geen zak met geld of carrière tegenop. Toen ik 50 werd zei een oudere collega: de beste helft komt nu. Hij meende het.
Jaaa, die ladder weggooien. Dat ken ik. Toen ik op mijn veertigste een tijd stopte met werken dacht ik ook dat ik onzichtbaar zou worden. Maar alles bleek gewoon door te gaan. Ik had mezelf voor de gek gehouden.